Misschien is het goed om eens te kijken naar de techniek achter de dempers in plaats van het stickertje op de dempers.
Er zijn in de Elise markt eigenlijk twee hoofdstromen dempers, twin-tube en monotube dempers.
Twin-tube dempers zijn over het algemeen goedkoper omdat die -ondanks het feit dat er meer onderdelen in zitten- eenvoudiger te produceren zijn.
Monotube dempers zijn duurder omdat de onderdelen nauwkeuriger moeten zijn. De buitenhuls mag bijvoorbeeld onder geen enkele voorwaarde vervormen omdat daarmee de zuiger niet meer goed heen en weer zou kunnen bewegen en uiteraard niet meer af zou dichten.
Een schematische voorstelling van de dempers: (even van een willekeurige website gepikt)
Zoals je kan zien zit er in een monotube een tweede zuiger die het gas gescheiden houd van de olie.
In een monotube kan gewoon gas geinjecteerd zijn of er kan een soort oplossing gekozen zijn in de vorm van een soort zakje met gas. (tegenwoordig gebuikelijk)
Voordeel nummer één van een monotube is dat je die in elke gewenste stand kan monteren. Men spreekt van geïnverteerd wat wil zeggen dat het 'zware deel' van de demper tegen het chassis geschroefd wordt en het lichte deel aan het wiel. Dat scheelt onafgeveerd gewicht..
Een twintube kan dat niet omdat dan het gas zich dan min of meer gaat mengen met de olie en naar boven wil.
Dat is één...
Voor voordeel nummer twee moet je iets dieper in kinetische energie beheersing duiken.
Een demper heeft eigenlijk als enige functie het controleren van de bewegingen van de veer. De combinatie veer en demper moeten dus op elkaar afgestemd zijn.
Als je met een auto rijdt kan je op een glad oppervlak af en toe een rimpeltje tegenkomen of kan de balans van de auto door middelpuntvliedende kracht (bochten) veranderen.
Dat zijn over het algemeen trage bewegingen voor de veren, maar ook die bewegingen moeten gecontroleerd komen omdat je anders in oscillatie zou kunnen komen (de demper controleert de veer verkeerd en zorgt er eigenlijk voor dat de veer dezelfde beweging juist gaat versterken)
Je kan echter ook op een onverharde weg rijden en daar een paar flinke bulten / putten tegenkomen.. ook die beweging moet opgevangen worden wat weer snelle bewegingen zijn.
Je moet ook zorgen dat de combinatie niet 'crasht' wat wil zeggen dat de veer de beweging niet meer bij kan benen, de demper de veer niet afremt en dus knalhard in de bumpstop terecht laat komen.
Al die bewegingen worden gecontroleerd door een onderdeel wat eigenlijk als een simpel streepje in tekeningen staat: de zuiger.
In die zuiger zitten allerlei vernuftige kanaaltjes en op de zuiger zit wat men noemt een shimstack die de verschillende bewegings snelheden kan afstellen.
Het middel wat gebruikt wordt om de veer te dempen is olie.
Je kan je voorstellen dat je in een zuiger met een diameter van 20mm minder verschillende soorten kanaaltjes kan maken dan in een zuiger met een diameter van 40mm.
Met andere woorden, de diameter van de zuiger bepaald (tot op zeker hoogte) het regelbereik van de demper.
Dat is twee..
Uiteraard brengt dat dempen van de veer bewegingen ook nog iets anders met zich mee.. Die energie moet ergens naar toe en verdwijnt in de olie.
Zoals je kan zien bij de twintube demper zit de 'hotspot' in het midden van de demper opgesloten in het kanaal waarin de zuiger beweegt.
Bij een monotube demper word de olie gelijkmatiger warm en kan die warmte sneller afvoeren naar de buitenlucht.
Op het moment dat de olie in de demper te heet zou worden verandert de viscositeit van de olie en verandert dus ook de totale eigenschap van de demper.. dat is uiteraard bijzonder ongewenst.
Dat zijn drie redenen om altijd te gaan voor wat Lotus oorspronkelijk voor de Elise / Exige heeft gekozen: een monotube demper.
De Koni op de S1 was de eerste Monotube die op een productie auto werd toegepast. De demper had zo zijn nadelen (het bekende biljartbal geluid) en rubber ophangingspunten etc. maar het was een stevige stap voorwaarts.
Daarnaa is Lotus puur voor prijs gegaan en heeft gekozen om goedkopere (weliswaar ook Monotube) dempers van Bilstein te gaan gebruiken. Bilsteins blijken in de praktijk niet heel lang mee te gaan kunnen ook niet makkelijk (of eigenlijk niet) geserviced worden.
Met andere woorden en een heel lang verhaal kort: als je iets koopt.. koop dan in ieder geval monotubes.
Daarnaast is het belangrijk te kijken of een fabrikant al dan niet of een beetje of veel ervaring heeft met de Elise. Je kunt uiteraard zeggen dat bijvoorbeeld Koni een zeer bekwame fabrikant is in zowel het low- als high-end van de markt, maar ze hebben geen goede oplossing voor de Elise omdat er simpelweg geen tijd in is geïnvesteerd.
Ik zou je dus vooral willen adviseren om naar de techniek te kijken en door te vragen hoe men dan aan de wijsheid voor de Elise is gekomen. Kijk ook een beetje op fora om te zien of er inderdaad iets met zo'n merk gebeurt. Je pikt daar vanzelf wel uit wat wel en wat niet 'hot' is.